donderdag 3 maart 2016

Verjaardag

Afgelopen weekend was het weer zo ver. Zo´n verjaardag waar ik niet onderuit kon komen. Ik werk gelukkig in de horeca en heb altijd de smoes dat ik moet werken. Maar soms moet ook ik eraan geloven. Ik hoor veel mensen zeggen dat ze het wel leuk en gezellig vinden zo´n feestje, maar ik vind er echt niks aan.

Het begint al bij binnenkomst. Er moet gefeliciteerd worden en zeer opzichtig de cadeautjes uitgestald op een tafel, zodat iedereen kan zien wie er wat gegeven heeft. Dan moet je verplicht twee bakken halflauwe koffie opdrinken. Nou ja, koffie, een soort water waar ze een koffieboon naar hebben laten kijken. Dit wordt geserveerd met een gebakje, dat duidelijk uit het vriesvak van de supermarkt komt, en al vele uren op het aanrecht heeft doorgebracht, zodat het een korst heeft waar zelfs de hond zijn tanden op breekt. Intussen komt de rest van de visite binnen, die steeds zeer onhandig en luidruchtig iedereen moeten feliciteren. Je moet een keer of twintig opstaan en weer gaan zitten. Er wordt in de rondgang veel op tenen gestaan en tegen voeten geschopt. Maar als je de koffie overleeft dan haal je de borrel gelukkig. Dan pas begint echt de ellende.

Terwijl de visite goed zijn best doet om alle beschikbare asbakken vol te roken. Probeer je door de mist een gesprek aan te knopen met diegene naast je. Dat is altijd diegene waarvan je blij bent dat je die minstens een jaar niet meer tegen zult komen. Als de dranken eindelijk geserveerd zijn, begint ome Jan al vrij snel over dat het erg warm is, en zijn flesje lek kan zijn, want het bier is steeds zo snel op. Elke familie heeft zo´n ome Jan, en die ome Jan heeft ook overal dezelfde smoezerige uitdrukkingen om maar niet te hoeven zeggen dat hij gewoon teveel zuipt.
Deze ome Jan beschikt ook nog eens over maximaal tien grappen, die hij elke verjaardag maar weer voor de dag haalt. Iedereen heeft ze ook al veel te vaak gehoord, maar bij elk flesje bier schreeuwt hij ze harder door de kamer, om er vervolgens zelf het hardst om te lachen. De rest knikt en glimlacht dan maar beleefd mee, maar probeert ondertussen een diepgaand gesprek te voeren over alle mensen in het dorp. Want na een verjaardag ben je helemaal bijgepraat over alle mensen die je maar kan bedenken.

Ondertussen staan er wat chips en nootjes op tafel te wachten tot ze weggegooid worden, want niemand durft die dingen aan te raken. En twee- tot driemaal gaat er een schaal met iets warms rond. Het is mij als kok nog steeds niet gelukt te ontdekken wat mensen nu echt in de frituur gooien. Mijn advies is in ieder geval: niet opeten! Het ergste is nog als de schaal met bitterballen langs moet komen. Dit zijn meestal balletjes waar ooit een paneerlaag omheen zat en die moesten dan in heet en ruim vet gebakken worden. Dit betekent dus niet dat je in je kleine frituurtje die hele doos er in één keer in kan mikken , zodat de temperatuur daalt tot onder de honderd graden en er uiteindelijk een massa aan paneermeel met ragout omhoog komt, dat zich volgezogen heeft met het toch al veel te vaak gebruikte frituurvet. Dit soort gastronomie kost mensenlevens. Ome Jan maakt het niks uit, die propt ze naar hartenlust in zijn mond zonder toe te geven dat hij zijn mond verbrandt. Maar dat voelt hij vast toch niet meer, omdat hij er in zijn eentje voor heeft gezorgd dat om half elf al iedereen verplicht aan de goedkope wijn zit, omdat het bier op is.

Mocht je op een uitgebreid feestje zitten, dan heb je het genoegen dat de vrouw des huizes ook koude hapjes heeft gemaakt. Dit is altijd heel fantasievol: een blokje kaas met een zilveruitje, een plak worst, of een in ham gerolde augurk. Het prikkertje is dan nog het lekkerst en minder droog dan de hapjes, die de dag ervoor al gemaakt zijn en door ruimtegebrek in de koelkast op het aanrecht zijn gezet. Geld voor een stukje folie was er niet, want de hapjes zijn droger dan de prikker die erin zit.
Na dit alles te hebben overleeft, stap je maar eens op voordat het echt uit de hand loopt en ome Jan weer met zijn broek op de knieën op de tafel gaat staan dansen. Vrouwlief vindt het dan altijd erg plezierig om buiten bij de voordeur nog een gesprek van een half uur te gaan voeren in de vrieskou. Gelukkig kan de verwarming in de auto zo aan.
Als je dan twee straten weggereden bent durft zij ook nog te gaan zeggen: “Het was best gezellig hè?”

Ik rijd zwijgend naar huis.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten